LTO: Achteruitgang boereninkomen in nieuw GLB onacceptabel
De hectarepremie zal onder het nieuwe GLB dalen van 262 euro nu naar 255 euro in 2023, en worden afgebouwd naar 194 euro in 2027. „Een gemiddeld bedrijf gaat er daardoor op jaarbasis al gauw vijf- tot tienduizend euro op achteruit“, stelt Van der Tak. „Het is onbegrijpelijk dat budget dat bedoeld is als inkomensvangnet, met dit gemak van boeren en tuinders wordt afgepakt.“
De hectarepremie is ooit ingesteld als een vangnet, een buffer die de effecten van prijsschommelingen op het boereninkomen kan dempen. Als deze buffer kleiner wordt, zullen boeren de volatiliteit van de markten sterker voelen.
Basispremie uitgekleed
De basispremie zou al dalen, omdat het EU-budget voor het GLB is afgenomen. Daarnaast moet in het volgend GLB 25 procent van het budget voor de eerste pijler (directe hectarepremie) worden gereserveerd voor ecoregelingen, en daarbovenop heeft de Tweede Kamer besloten dat nog eens 30 procent van de eerste pijler naar de tweede pijler (plattelandsontwikkeling) wordt verplaatst. Daardoor blijft er nog weinig geld over voor de hectarepremie. Bovendien moeten boeren, om voor dat geld in aanmerking te komen, aan verscherpte eisen voldoen; onder andere moeten ze bufferstroken aanleggen, gewasrotatie doorvoeren en niet-productieve elementen aanleggen op een deel van het perceel.
De overheid stelt daartegenover dat boeren 100 tot 175 euro extra per hectare kunnen verdienen als ze meedoen met de ecoregelingen, afhankelijk aan hoeveel activiteiten ze meedoen. Maar Wageningen Economic Research heeft in een studie berekend dat het gemiddelde bedrijf desondanks, afhankelijk van de precieze invulling, tot 4 procent inkomensverlies zal lijden. „Maar het gemiddelde bedrijf bestaat niet en er is veel variatie tussen bedrijven“, stellen de auteurs van deze studie.
Tweede pijler
Over de overheveling van 30 procent stelt Wageningen dat het geld voor de tweede pijler slechts bij een kleine groep ondernemers terechtkomt. „Meer geld in de tweede pijler leidt tot een relatief kleinere bijdrage aan het inkomen van de boer dan rechtstreekse inkomenssteun of de ecoregeling“.
De overheveling zal stapsgewijs gebeuren, maar desondanks zal het een zware achteruitgang op het inkomen zijn, meldt LTO. Bovendien is het nog onduidelijk hoe het geld in de tweede pijler precies zal worden uitgegeven. „Wat LTO betreft is het GLB landbouwbeleid“, stelt Van der Tak. „Het geld uit het GLB moet dan ook bestemd blijven voor boeren, tuinders en agrarische activiteiten. Met andere woorden: het geld uit de tweede pijler moet op het boerenerf landen. Alle andere bestedingen zijn ontoereikend.“
Het ministerie van LNV erkent dat boeren de veranderingen zullen voelen. „Oorspronkelijk zette het GLB vooral in op het steunen van inkomens“, stelt NSP-programmadirecteur Annemiek Hautvast. „Maar het is echt nodig dat het GLB zich gaat richten op de uitdagingen van deze tijd.“
Woensdag debatteert de Tweede Kamer nog over de Nederlandse invulling van het NSP. Ook biedt het ministerie de mogelijkheid voor inspraak. Naar aanleiding van de reacties kan het ministerie het plan nog wijzigen, voordat ze het eind deze maand voor goedkeuring naar Brussel stuurt.