Waarschijnlijk geen nieuwe derogatie voor Nederland
De Europese Commissie is onvoldoende overtuigd dat Nederland met het ingediende Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn alle doelen ten aanzien van de waterkwaliteit op tijd zal gaan halen. Vooral bij de kwaliteit van het oppervlaktewater zijn nog vraagtekens. En als er niet voldoende zicht op is dat die doelen op tijd worden gehaald, kan Nederland de volgende stap in de derogatie-aanvraag niet zetten.
Nitraatcomité
Want de procedures in Brussel zijn strikt. Om derogatie te krijgen, moet een land bij het Nitraatcomité vier keer een presentatie houden over zijn plannen om de waterkwaliteit te verbeteren. Dat comité komt vier keer per jaar bij elkaar.
Nederland had zijn eerste presentatie gehouden in september, en zou aanstaande woensdag, 15 december, zijn tweede presentatie houden, met daarin de plannen van het Zevende Actieprogramma Nitraatrichtlijn. Maar die presentatie heeft de Europese Commissie nu van de agenda gehaald.
Dat betekent dat alles drie maanden opschuift; Nederland zou zijn vierde presentatie dan pas in september volgend jaar kunnen houden, en daarna horen of het derogatie krijgt over 2022. En dat is rijkelijk laat; tegen die tijd is het uitrijdseizoen al zo goed als voorbij. In de praktijk zou dat betekenen dat Nederland voor volgend jaar geen derogatie krijgt.
Maatwerk niet het probleem
Na publicatie van het concept-actieprogramma zijn veel protesten gekomen en het programma is op punten aangepast. Onder andere is het ministerie met de sector in gesprek om tot een maatwerkaanpak te komen. Maar volgens een woordvoerder van het ministerie zijn deze aanpassingen niet de reden dat het programma is afgewezen. Het zou, hetzij in de oorspronkelijke vorm, hetzij met de aanpassingen, altijd tekort schieten om de beoogde waterkwaliteit op tijd te bereiken.
Kleine kans
Er is misschien nog een lichtpuntje. Nederland zet voor verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater in op een combinatie van Nitraatrichtlijn met andere zaken, zoals de aanpak van het stikstofprobleem, om zo een stapeling van regels te vermijden. Maar die stikstofaanpak ligt bij het volgende kabinet.
Minister Schouten heeft dit uitgelegd aan Commissaris Sinkevicius (milieu), onder wiens departement het nitraatcomité valt, en gevraagd of hij flexibel kon zijn in de procedure.
Sinkevicius heeft daarop aangegeven dat hij de aanpak van het volgend kabinet zo snel mogelijk zal beoordelen, en kijken of de plannen daarvan voldoende ambitieus zijn om de derogatieprocedure te versnellen.