
Veerman: Bodem is bron van alle leven

Veerman sprak tijdens een bijeenkomst van het Actieplan Bodem & Water Flevoland. „In Europa voldoet 70 procent van de bodems niet aan de criteria voor gezonde bodems. Dat moet verbeteren. We brengen daarvoor in kaart welke maatregelen er te nemen zijn en welke 'toetsstenen' daarbij als indicatoren kunnen fungeren.” Overigens wees de oud-minister erop dat met name de bodems in nieuwe lidstaten aan degradatie onderhevig zijn.
Met het rapport 'Caring for soil = caring for live' onderstreepte Veerman met collega-landbouwkundigen waarom de bodem aandacht verdient. Opslag van bodemkoolstof is een wens van de samenleving en door meer zorg voor de bodem is daar zeker broeikasgas mee te vangen voor langere tijd. Nu ziet Veerman nog te vaak dat koolstof uit de bodem verdwijnt met gemiddeld een half procent per jaar. „Dat moet juist omhoog met 0,1 tot 0,2 procent per jaar, want de bodem is bij uitstek de opslagplaats voor koolstof.”
Meer koolstof opslaan
Volgens Veerman draait het bij goed bodembeheer om het stoppen van erosie, niet nog meer afdichten door bebouwing en het goede evenwicht tussen lucht en water. Die voorwaarden zijn nodig om meer koolstof op te slaan. „Herstel kan niet lukken zonder boeren, omdat zij gebruiker, eigenaar of direct belanghebbenden zijn. Met afdwingen van maatregelen komen we niet op een ander spoor. Laten we ons richten op groepen mett interne samenhang en een gemeenschappelijk doel.”
Veerman verwees naar de bodemkundige Johan Bouma, die ondanks dat hij de tachtig passeerde toch nog bezig is met zijn vak: „We weten genoeg, zegt Bouma. We hebben 72 bodemklassificaties. Meer is niet nodig. Ontwikkel indicatoren. Dan moet je weten hoe je aan de doelen kunt voldoen en ruimte hebben als teler om te doen wat goed is.” Veerman wil niet dat er regelgeving komt. „Hoe organiseer je samenwerking tussen wetenschap, burgers en boeren. Die moeten samenkomen. We hebben 'living labs' nodig. Schrijf niet de middelen voor maar de doelen.”
Praktijk
Dat telers in de praktijk stappen maken, ziet Veerman in de onderneming van zijn zoons. Zij lieten de groenbemesters de winter over staan en freesden daarna alleen maar voor het (gelijk) poten. Die aardappelen bleken in het droge voorjaar beter te staan dan andere. Zo dragen telers bij aan goede landbouw, terwijl ze tegelijk koolstof opslaan. Veerman hoopt dat er vooral geld gaat naar agrarische ondernemers die doelen bereiken en niet naar uitkoop. „Met uitkoop kan je niet oplossen wat je in 25 jaar hebt opgebouwd.”
De oud-minister pleit voor een centrale regie op ruimte. „En laat het dan aan de streek over, maar de streek moet dan ook leveren. De plannen van Frans Timmermans zijn ambitieus genoeg. Wie moet er nu leveren? We gaan dat met elkaar doen!” Het is volgens Veerman zaak dat de politiek het vertrouwen geeft aan de boeren. Er moet wat veranderen. Je kunt veranderen dat je je ermee bemoeit.”
Samen 'verdunnen'
„Mijn pleidooi vat ik samen als dat het de noodzaak van het heden is om de weg te bereiden voor een bestendige toekomst. Laat dus zien wat er hier al jaren gebeurt.” Niet uitkopen om tot beter bodembeheer te komen, is Veermans advies. Hij denkt dat boeren beter samen kunnen 'verdunnen', minder intensief worden. Dat kan bijvoorbeeld door samen de grond van een stopper over te nemen en dan met minder intensieve teelt en veehouderij verder te gaan. Op Terschelling gebeurde dat volgens Veerman en halen de boeren nu de doelstelling, zonder dat ze hoeven te stoppen. Meerdere telers namen samen het land in gebruik van een stopper en losten zo samen het probleem op.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Jorg Tönjes