Borden op besmette percelen om knolcyperus uit taboesfeer te halen

Nee, het is geen heksenjacht, integendeel. Hij wil juist de dialoog over het probleemonkruid op gang brengen. Want ondanks dat knolcyperus inmiddels een landelijk probleem is, praat de gemiddelde akkerbouwer er liever niet over. Uit angst voor een teeltverbod. Maar daarmee speel je het onkruid juist in de kaart, weet Heesters. „Knolcyperus kunnen we alleen maar aanpakken als we het gezamenlijk doen.
De regionale uitvoeringsdienst wil met de bordenactie de hand in eigen boezem steken; de borden worden geplaatst op provinciale pachtgronden waar een besmetting in is vastgesteld. „Wij hebben niets te verbergen.”
De tekst gaat verder onder de foto
Knolcyperus is al een heel oud probleem. „Het speelt al veertig jaar en er zijn enorm veel besmettingen.” En ook op provinciale gronden wordt het onkruid gevonden. Volgens Heesters wordt er veel aan gedaan om de besmettingen terug te dringen. Binnen de omgevingsdienst wordt onder meer de schijveneg ingezet: „Zodra het onkruid de kop opsteekt, gaan we er overheen. Op deze manier hopen we het uit te putten.” Andere opties die worden toegepast zijn anaerobe grondontsmetting en afgraven.
Teeltverbod
De provincie Noord-Brabant verpacht zelf ook veel grond aan boeren. En op een deel daarvan zijn zware besmettingen gevonden, weet Heesters. Besmettingen worden gemeld bij de pachter, waarmee ook het (eenjarige) pachtcontract niet wordt verlengd. Verlenging zou vanwege het teeltverbod voor de teler in de meeste gevallen ook weinig zin hebben.
Inmiddels zijn zo’n twintig borden geplaatst. Of het gaat werken? Lastig te zeggen, vindt Heesters. „Als het maar de discussie op gang brengt. Dit probleem moet uit het verdomhoekje komen en bij alle partijen goed tussen de oren komen. We moeten het gezamenlijk aanpakken.”