Vlaamse rassenproef: tarwe gemiddeld 14,4 ton, ras Providence op 15,1 ton

Door het Landbouwcentrum Granen Vlaanderen (LGV) werden dit jaar in het Vlaams Gewest op zes locaties, waarvan één in de kustregio, proeven met wintertarwe aangelegd. In totaal werden 28 verschillende rassen beproefd, waaronder 5 hybride rassen.
14,4 ton
Met een gemiddelde opbrengst van 14,4 ton/hectare in het binnenland en 11,5 ton/ha in de kustregio werden goede opbrengstcijfers genoteerd. Ook het hectolitergewicht van gemiddeld 80,9 kg betitelt LGV als een goed eindresultaat. Qua ziektegevoeligheid signaleert LGV duidelijke verschillen tussen de rassen, met een aantal minder gevoelige rassen wat betreft bladziekten.
Op de leem- en zandleempercelen presteerde het ras Providence met 105,4 het beste. Deze wordt op de voet gevolgd door Gleam (103,7), LWS Sverre (103,4) en Geluck (103,3). Hierbij staat 100,0 gelijk aan een korrelopbrengst van 14.358 kg. Providence realiseerde dus een opbrengst van 15.133 kg.
12,3 ton
Op de percelen langs de kust realiseerde Gleam met 106,6 de hoogste korrelopbrengst, gevolgd door de twee hybride rassen SU Hyking (106,1) en SU Hyacinth (105,5). Daarna volgen Johnson (105,3) Geluck (103,9) en LG Spotlight (103,7). Hier staat 100 gelijk aan een korrelopbrengst van 11.519 kg. Gleam realiseerde zodoende een korrelopbrengst van 12.279 kg/ha.
Het rassenonderzoek vond plaats onder praktijkomstandigheden. Er werd een standaard zaaizaadbehandeling toegepast. De ziektebestrijding werd uitgevoerd op basis van de ziektedruk in het perceel, en omvatte één of twee bladbehandelingen en een aarbehandeling op alle proefplaatsen.