Situatie Zwarte Zee regio belangrijkste factor stijgende graannoteringen

Donderdag stegen de tarwefutures verder omdat er zorgen blijven bestaan over een steeds groter wordend conflict tussen de belangrijkste exporteurs Rusland en Oekraïne. De angst voor nog meer verstoring van de handel in de Zwarte Zee hielp tarwe om de druk van toenemende zorgen over een economische recessie tegen te gaan. Ook de wisselkoers dollar/euro wegen op de verschillende internationale beurzen, maar de evolutie van de situatie in de Zwarte Zee blijft toch de belangrijkste factor die het herstel van de graanbeurzen in de afgelopen twee dagen verklaart.

Vrijdag annexeert Rusland ‘officieel’ een deel van Oekraïne. Dit na een door Kiev en het Westen betiteld illegaal schijn-referenda in bezet gebied. Verder doet de Europese Unie onderzoek naar lekkages in twee Russische gaspijpleidingen. Volgens het Westen het gevolg van sabotage. De verhoogde spanningen tussen Moskou en Kiev laten de twijfel rijzen over de vraag of een door de VN gecontroleerde scheepvaartcorridor voor Oekraïens graan zal blijven bestaan.

Gewasomstandigheden

Ook de gewasomstandigheden geven enige steun aan de tarweprijzen. Zo belemmert de droogte van de tarwe-uitzaai in de Amerikaanse prairies en blijft de oogst in Canada achter. Verder nemen de verwachtingen voor de komende oogst in Argentinië af door droge omstandigheden. Terwijl langdurige regenval in Oekraïne en de Russische Federatie de inzaai van wintertarwe vertraagt. Graanmarkten richtten verder hun aandacht op de USDA-publicatie van de kwartaalrapportage van de Amerikaanse graanvoorraden aan het einde van vrijdagmiddag. De noteringen van maïs en sojabonen stegen en vonden enige steun in een stabiele oliekoers en een opleving in palmolie.

Oekraïne

Volgens het Oekraïense ministerie van Landbouw werd van 1 tot 18 september 3,9 miljoen ton aan landbouwproducten geëxporteerd uit Oekraïne. Dit geeft aan dat de landbouwexport in september 5,5 tot 6 miljoen ton kan bedragen. De graancorridor heeft geleid tot meer concurrentie tussen de belangrijkste transporten voor landbouwexport. Terwijl de export van zeeschepen in maart-april 17-27 procent bedroeg, is hun aandeel nu 74 procent. Deze komt dichter bij het vooroorlogse niveau van 94-97 procent. Waarschijnlijk zullen de gevestigde logistieke routes per spoor en wegvervoer op korte en middellange termijn een rol blijven spelen in de export van landbouwproducten.