Pootgoedsector vraagt om definitie van ‘bezemschoon’

‘Bezemschoon, heel gewoon’, is het motto in de strijd tegen ziektes die zich laten verslepen met grond of gewassen. Voorbeelden hiervan zijn er helaas te over, zoals ringrot en wratziekte, maar ook het hardnekkige onkruid knolcyperus kan op deze manier van het ene naar het andere perceel worden versleept.
Vette kleigronden
Aanhangende grond moet dan ook zoveel mogelijk worden verwijderd van machines voor deze het perceel verlaten. Maar dat valt niet altijd mee, zeker niet op de vette kleigronden. „Steek zoveel mogelijk grond er af”, zei werkgroepvoorzitter Peter Berghuis. De machine schoonmaken tot de laatste kruimel er af is, is niet realistisch. Daar dichtbij in de buurt komen wel. „In 10 minuten is meer dan 90 procent er af”, reageerde een teler in de zaal.
Een zelfde vraag is te stellen voor het product zelf: hoe krijg je deze met zo weinig mogelijk tarra van het land af. Daar wil de sector graag over in gesprek met de verwerkende industrie.
Tarragrond terug naar perceel
Maar ook de tarragrond zelf is een punt van aandacht. Deze grond moet zorgvuldig worden afgevoerd of teruggebracht naar het perceel van herkomst, om zo het verslepen van ziektes te voorkomen. „Cosun krijgt bieten vanuit een groot gebied aangeleverd, er komt iedere dag een stortvloed aan auto’s binnen, en daarmee tarra uit alle hoeken van het land”, schetste Dirk Jan Beuling van de vakgroep Akkerbouw het probleem.
Op eigen erf gebeurt dat op kleinere schaal. „Zeef- en tarragrond is een samenraapsel van alle percelen. Waar moet je daar mee naar toe zonder risico’s op verspreiding van ziektes.” Inundatie werkt goed om grond te ontsmetten, behalve tegen wratziekte, zo heeft onderzoek aangetoond. Beuling pleitte voor een vaste stortplaats voor grond. „Een klein stukje grond, waar je geen aardappelen meer op teelt.”
Hygiëneprotocol Ringrot
Het zou makkelijker zijn als de NVWA duiding kan geven over het schoonmaken van machines, vond Beuling. „Een soort van handvat, dan sta je sterker in een discussie hierover.” Hij refereerde aan het Hygiëneprotocol Ringrot, waarin richtlijnen staan voor onder meer aardappeltelers, loonwerkers en vrachtwagenchauffeurs. Maar ook de NVWA had hier tijdens de bijeenkomst niet een pasklaar antwoord op. Het blijft een zoektocht naar wat wel en wat niet te tolereren, zei Berghuis.
Belangrijk is wel dat telers én loonwerkers zich bewust zijn van de risico’s rond hygiëne. „Hier kun je niet genoeg op hameren”, meende Berghuis.