Mondiaal licht stijgende tarwenoteringen, EU dalende termijnnoteringen

Deze week kenmerkt zich op de mondiale markten met licht stijgende tarwenoteringen. Dit onder andere door enerzijds de hoge exportprijzen in Noord-Amerika en Argentinië en anderzijds de lagere prijzen bij de overige grote productielanden en de opleving van het aantal inschrijvingen voor zendingen uit het Zwarte Zeegebied naar Azië en Noord-Afrika. Ondanks de stijgende tarwenoteringen is het de laagste notering in circa 15 maanden. Het USDA-rapport meldde dat als gevolg van de hoge prijzen en de beperkte vraag naar exportproductie uit de VS de cumulatieve exportverplichtingen voor seizoen 2022/23 met 7,0 procent is gedaald en is vastgesteld op 15,1 miljoen ton. Het rapport maakt tevens melding van een veel groter zaai-areaal van 15,0 miljoen hectares voor de winteroogst voor het seizoen 2023/24 (+11,0 procent ten opzichte van vorig jaar). Het is het grootste areaal in 15 jaar.
Volgens het Weekbericht Granen van de RVO heeft SovEcon de Russische exportverplichtingen voor januari verlaagd naar 3,7 miljoen ton. Dit is nog steeds 2,3 miljoen ton meer dan vorig jaar. Oekraïne heeft de cumulatieve exportverplichtingen voor seizoen 2022/23 vastgesteld op 8,7 miljoen ton. Dit is bijna een halvering ten opzichte van de 16,2 miljoen ton vorig jaar.
Gerst
De gerstnoteringen daalden iets als gevolg van een daling van de exportprijzen van gerst in de EU en een beperkte activiteit op de valutamarkt. Desondanks blijven de noteringen gemiddeld. Verder bevestigde de gegevens van de Europese Commissie het trage exporttempo vanuit de EU (-29,0 procent ten opzichte van vorig jaar). In Argentinië is het dorsen van de gerstoogst voltooid en heeft BAGE voor seizoen 2022/23 de gemiddelde hectare-opbrengst vastgesteld op 3,5 ton. Dit is 35,0 procent lager dan afgelopen seizoen. De totale opbrengst bedraagt 3,8 miljoen ton. Dit is 27,0 procent lager.
Europa
De spotnoteringen voor (maal-)tarwe vertonen een licht stijgende tendens in de EU. Dit ondanks recente verliezen op de termijnmarkten. De West-Europese markt kon bovendien niet profiteren van nieuwe zendingen uit het Zwarte Zeegebied. In Parijs daalde de termijnnotering maart 2023 voor maaltarwe met 6,50 euro naar 284,75 euro en de termijnnotering mei 2023 met 6,75 euro naar 282,00 euro. Voor maïs daalde de termijnnotering maart 2023 met 6,25 euro naar 278,25 euro en de termijnnotering juni 2023 met 4,25 euro naar 279,50 euro. In Rotterdam ging de voertarwe voor 294,00 euro van de hand en voergerst voor 270 euro.
-89 procent export
In de periode van 9 tot en met 15 januari 2023 werd in totaal 230.518 ton graan uitgevoerd, waarvan 137.081 ton zachte tarwe en 24.769 ton gerst (inclusief mout). In dezelfde periode werd 618.733 ton graan ingevoerd, waarvan 184.552 ton zachte tarwe en 394.318 ton maïs. De Europese Unie is in het seizoen 2022/2023 een netto-exporteur van 1,735 miljoen ton graan. In dezelfde periode vorig seizoen was de EU nog netto-exporteur van 15,813 miljoen ton. Dit een teruggang van 89 procent.