‘Phytophthora-middelen afwisselen nu meer dan ooit van belang’

EU-43. Zo heet de nieuwe boosdoener. Simon Jensma wijst op het jaarlijkse overzicht van EuroBlight, het onafhankelijke Europese netwerk van wetenschappers dat elk jaar de verhoudingen tussen de verschillende phytophthora-isolaten in kaart brengt. Waar in 2021 de EU-36 nog veruit het belangrijkste isolaat (fysio) was in Nederland met een aandeel van rond de 50 procent, is afgelopen seizoen de EU-43 veruit de grootste met bijna 50 procent. Volgens Jensma is de verschuiving opmerkelijk, maar komt deze ook niet helemaal uit de lucht vallen. ,,Vorig jaar was dit isolaat al ruim vertegenwoordigd in de Scandinavische landen’’, zo weet de adviseur.

Middelen uit de zogenaamde CAA-groep (Carbonic Acid Amiden) lijken de EU-43 minder goed te kunnen bestrijden. Hoewel Jensma ervoor waakt om middelen in deze groep ‘af te serveren’, geeft hij wel aan dat intensief gebruik ervan risico’s met zich meebrengt. De adviseur laat zien dat de middelen in CAA-groep – mandipropamid, benthiavalicarb en dimethomorf - onder de FRAC-code 40 vallen. In de praktijk is deze middelengroep ruim vertegenwoordigd in de spuitschema’s. Vaak aan het begin van het seizoen (blok 1), maar ook net voor en in het middenblok (blok 2 en 3). Met de sterke opkomst van het EU 43-isolaat is het extra belangrijk geworden om (ook) middelen uit andere werkzame groepen te gebruiken, zo stelt Jensma. Het middel Infinito ‘past’ wat dat betreft heel erg goed in dit plaatje. ,,Infinito bevat de werkzame stoffen propamocarb en fluopicolide die allebei weer in verschillende werkzame groep zitten, te weten FRAC 28 en FRAC 43. Daarom is Infinito een hele mooie partner op het vlak van resistentie-management’’, zo vat de adviseur samen.

Beste bescherming tegen blad- en knolinfecties

Hoewel Infinito een zeer bekend en ook gewaardeerde middel onder aardappeltelers is, kaart Jensma graag nog even een (soms onderbelichte) kwaliteit van het middel aan: de werking op een verouderd gewas. Volgens hem biedt Infinito – en dan met name de werkzame stof fluopicolide – een uitstekende bescherming tegen Phytophthora later in het seizoen, zowel tegen blad- als tegen knolinfecties. ,,Uit een grote reeks doorspuitproeven die in heel Noordwest-Europa zijn uitgevoerd, is gebleken dat Infinito de beste bescherming tegen late bladinfecties biedt. En ook tegen knolinfecties heeft het middel een prima werking. In vergelijkende middelenproeven zien we dat Infinito op het punt van knolbescherming niet onder doet voor middelen die nu vaak op het eind van het seizoen worden ingezet.''

Robbester geeft boost aan Infinito

Als tip voor komend seizoen geeft Jensma mee dat de toevoeging van 1 l/ha Robbester een belangrijke boost kan geven Infinito – en dan met name aan de werkzame stof fluopicolide. ,,Met Robbester is de opname van fluopicolide beduidend beter, zo hebben we in tal van proeven gezien.’’

Het advies voor gebruik van Infinito blijft in grote lijnen hetzelfde. Voor pootaardappelen is dat: starten vanaf begin knolvorming tot aan loofdoding, waarbij een maximum hoeveelheid geldt van 6,4 liter per hectare in maximaal 5 toepassingen.

Voor consumptie- en zetmeelaardappelen blijft het advies: toepassen vanaf begin knolvorming tot aan het afspuiten. Afhankelijk van de phytophthoradruk kan de dosering van Infinito worden aangepast. Dat wil zeggen: 1,2 l/ha bij een normale druk tot 1,6 l/ha bij een hoge druk. Wanneer al aantastingen in het gewas aanwezig zijn óf in situaties met zeer hoge druk in de omgeving wordt hier 0,2 kg/ha Curzate® Partner aan toegevoegd. Eventueel kan daarbij een middel tegen Alternaria worden toegevoegd, zoals bijvoorbeeld Propulse.

Curzate ® partner is een geregistreerd handelsmerk van Corteva Agriscience

Dit artikel is eerder verschenen in de Akkerbouw Koerier 2023-3. Lees de volledige uitgave op agro.bayer.nl