Drenthe: ‘Bezwaren tegen middelengebruik zijn ongegrond’

Zowel Meten=Weten als de omwonenden hebben dus bot gevangen bij Gedeputeerde Staten (GS) van Drenthe.

Meten=Weten had bij de provincie om een algemeen verbod gevraagd van veertien werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen die in aardappelen, suikerbieten, bloembollen, tarwe, uien en sierteelt worden gebruikt. Deze stoffen zijn door Meten=Weten aangetroffen in Natura 2000-gebieden. In totaal ging het om 20 percelen.

Meten=Weten heeft dit verzoek al in 2021 ingediend, niet alleen bij de provincie Drenthe, maar bij alle provincies. De organisatie vroeg hierin de provincies op grond van de Habitatrichtlijn het gebruik van bestrijdingsmiddelen op basis van deze 14 werkzame stoffen niet langer toe te staan.

‘Binnen de regels’

Het Drentse college heeft besloten om het bezwaar van Meten=Weten conform het advies van de Commissie Rechtsbescherming niet-ontvankelijk te verklaren, omdat Meten=Weten een algemeen verbod nastreeft en geen handhaving. De provincie geeft aan dat zij daar niet over gaat, maar het Ctgb (College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden). Daarom verklaarden GS het bezwaar dat Meten=Weten bij hen had ingediend niet ontvankelijk. ‘Zolang een teler gewasbeschermingsmiddelen gebruikt die door het Ctgb zijn toegelaten, doet deze niets verkeerd. Hij opereert binnen de regels’, aldus een woordvoerder van de provincie.

Daarnaast gaf de provincie aan dat de kans groot is dat het huidige middelengebruik op de genoemde 20 percelen binnen de referentiesituatie blijft. Daarom is een overtreding van de Wet Natuurbescherming niet aannemelijk en zeker niet aangetoond, aldus de provincie.

Boterveen

In het geval van de omwonenden van Boterveen heeft het college in afwijking van het advies van de Commissie Rechtsbescherming besloten om het bezwaar tegen de lelieteelt ongegrond te verklaren. De provincie stelt dat de grond waarop de lelieteelt plaatsvindt een agrarische bestemming heeft, waardoor de teelt van lelies hier is toegestaan.

De provincie verwijst ook in deze zaak naar het feit dat het gaat om gewasbeschermingsmiddelen die zijn toegelaten door het Ctgb. ‘Bij ontbreken van anders bepalende jurisprudentie wordt daarom naar analogie van ‘beweiden en bemesten’ gehandeld. Dit sluit ook aan bij de werkwijze van andere provincies.’