Groot onderzoek naar opmars wortelknobbelaaltjes en cystenaaltjes
Wortelknobbelaaltjes en cystenaaltjes vormen een steeds grotere bedreiging voor tomaten en aardappelen. Op de ranglijst van schadelijke parasitaire aaltjes staan deze soorten zelfs op plaats 1 en 2. Deze aaltjes opereren als een soort bloedzuigers. Ze tappen energie af van de plant, waardoor die ‘vermoeid’ raakt. Het gevolg is dat het gewas nauwelijks groeit en sterk verzwakt, wat leidt tot oogstverlies en daarmee economische schade. Alleen al wortelknobbelaaltjes zorgen jaarlijks voor een opbrengstverlies van enkele miljarden euro’s. Om de aaltjes te bestrijden, gebruiken telers naast gewasrotatie en resistente gewassen ook breed werkende chemicaliën, die schadelijke bijwerkingen hebben voor de natuur en het milieu
Opmars
Zowel wortelknobbelaaltjes als cystenaaltjes zijn bezig met een opmars. Volgens onderzoeker Hans Helder van het Laboratorium voor Nematologie van de WUR is klimaatverandering hiervan een belangrijke oorzaak. „Door opwarming van de aarde worden onze winters milder. Hierdoor trekken warmte-minnende wortelknobbelaaltjes steeds verder noordwaarts. Waar ze vroeger alleen in Noord-Afrika en Zuid-Europa voorkwamen, zijn ze de afgelopen jaren ook al waargenomen in het midden van Frankrijk en halverwege de Balkan. Daarnaast heeft klimaatverandering effect op de bodemtemperatuur. Bij een temperatuur van 28 graden of hoger werkt een aantal belangrijke resistentiegenen van gewassen niet meer. Hierdoor vervalt de verdedigingslinie die planten beschermt tegen parasieten.
Genetische selectie
Naast klimaatverandering speelt ook genetische selectie een rol bij de opmars van aaltjes. Door veelvuldig gebruik van een beperkt aantal resistente rassen komen er nematoden bovendrijven die minder gevoelig zijn voor resistentiegenen.”
Onderzoek
Omdat de aaltjes een steeds grotere bedreiging vormen voor aardappelen en tomaten kreeg en dit ook binnen de EU steeds meer doordringt, is er gekomen tot een EU-breed onderzoek. Dit binnen de NEM-EMERGE. Dit is een samenwerking tussen achttien Europese partners. Het betreft kennisinstellingen uit onder meer Spanje, Frankrijk, Schotland, Turkije en Slovenië, maar ook organisaties en bedrijven die zijn gespecialiseerd in biologische bestrijding, plantengezondheid en zaadveredeling. Naast de officiële projectpartners zijn er ook lokale stakeholders bij NEM-EMERGE betrokken.
7 miljoen subsidie
Namens de NEM-EMERGE heeft de WUR een projectvoorstel opgesteld met als doel een gericht onderzoek. Dit Emerging plans diseases voorstelt, is bij de EU goed ontvangen. Ze verstrekken een subsidie van 7 miljoen euro om onder meer onderzoek te gaan doen naar de huidige stand van zaken bij wortelknobbelaaltjes: waar komen ze op dit moment precies voor? Van het zuiden van Turkije en Spanje tot het noorden van Duitsland zullen ongeveer elke twee- à driehonderd kilometer bodemmonsters worden genomen om deze op de aanwezigheid van aaltjes te onderzoeken. Aan de hand van het beeld dat hieruit naar voren komt, kunnen modelleurs voorspellen waar we ze of vijf of vijftien jaar kunnen verwachten.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Ruth van Schriek
Bron: Wageningen University & Research