Faunafonds wil minder ganzen

Onderzoek, uitgevoerd door Alterra in samenwerking met Sovon Vogelonderzoek Nederland, heeft aangetoond dat een andere inrichting van het landschap de schade nauwelijks beperkt. Het opstellen van richtlijnen, zoals het niet verbouwen van schadegevoelige gewassen binnen 5 kilometer rond een slaapplaats van de grauwe gans blijkt in de praktijk weinig zinvol.

Water

In Nederland is zoveel water dat in sommige regio’s vrijwel geen enkel landbouwperceel op voldoende afstand van een potentiële slaapplaats ligt. Bovendien valt niet uit te sluiten dat ganzen zich aan de inrichtingsmaatregelen zullen aanpassen en grotere afstanden zullen vliegen naar aantrekkelijke gewassen, aldus de onderzoekers.

Methode

Omdat de schade sterk gerelateerd is aan het aantal ganzen, is het verkleinen van het aantal vermoedelijk het enige effectieve middel. Welke methode het meest geschikt is; afschot, het onklaar maken van eieren of het vangen en doden van ruiende ganzen, is sterk afhankelijk van de omvang van de populatie, de grootte van het gebied en het seizoen dat de ganzen schade veroorzaken.

Winterschade

Sinds de grauwe gans zich opnieuw als broedvogel in Nederland heeft gevestigd, is de populatie sterk toegenomen. Daarmee stijgen landbouwschade en overlast. Ongeveer 95 procent van de ganzen die in Nederland broeden, verblijft ook in de wintermaanden in Nederland. Het aandeel standvogels binnen de Nederlandse populatie is gestaag toegenomen en bedraagt momenteel ongeveer 67 procent. Daarmee veroorzaken ze een aanzienlijk deel van de winterschade.

Getaxeerde schade

In de periode 1999 - 2009 nam de getaxeerde landbouwkundige schade veroorzaakt door grauwe ganzen in de winterperiode toe van ongeveer 500.000 euro in het winterseizoen van 1999 - 2000 tot 2 tot 3 miljoen euro in de winters na 2005. De getaxeerde schade in de zomerperiode nam toe van € 58.000 in het jaar 2000 tot meer dan € 1,5 miljoen in het jaar 2009.

Lees hier het rapport Broedende grauwe ganzen in Nederland