Nieuwe afzetmogelijkheden voor stro?

De sleutel zit in de afbraak van lignine die de suikerrijke cellulose en hemicellulose in houtige gewassen afschermt. Deze afbraak kan alleen met behulp van oxidatieve enzymen, dus onder invloed van zuurstof. Kuilvoer bijvoorbeeld, wordt onder zuurstofloze omstandigheden gefermenteerd, dus daarmee wordt geen lignine afgebroken. Schimmels kunnen dat wel.
Paardenmest als voorbeeld
In de champignonteelt wordt stro (paardenmest) dan ook al lang als grondstof gebruikt. De schimmels breken met oxidatieve enzymen lignine af en daardoor komt cellulose en hemicellulose beschikbaar. Tijdens hun ‘bloei’ gebruiken de schimmels die cellulose om heel snel een paddenstoel te maken. Maar die cellulose kan, in tegenstelling tot lignine, ook gebruikt worden als veevoer of om er ethanol van te maken.
Testen van vele schimmelstammen
De komende vier jaar wordt onderzocht onderzoeken welke schimmels het beste zijn in het afbreken van lignine uit organische reststromen, zoals stro. PRI heeft een bestand van 5.000 schimmelstammen, verdeeld over 124 soorten, waarvan nog niet bekend is welke het beste zijn voor het afbreken van houtige gewassen. Ook moet bekeken worden welke schimmels veilig zijn voor de productie van diervoeders.
Eerste resultaten positief
De eerste ervaringen met stro als grondstof voor veevoer in het laboratorium zijn hoopgevend. In vergelijk met onbehandeld stro komt er 60-80% meer gas vrij bij ‘behandeld’ stro als dit in contact wordt gebracht met pensvloeistof van een koe. Dit geeft aan dat de micro-organismen in de pens veel meer kunnen met behandeld stro. Bovendien produceren schimmels stoffen die gezondheidsbevorderende effecten kunnen hebben.
Tekst: Ronald Spigt