Kleine teelten beter beschermd

Diversiteit
Met dit voornemen blijft een grote diversiteit in gewassen en teelten gewaarborgd, aldus Langeslag. ‘Dat is goed nieuws voor de telers, maar ook voor de consument omdat daarmee een grote diversiteit in gewassen en teelten gewaarborgd blijft.’
De LTO-bestuurder benadrukt dat het niet gaat om een verruiming van de toelatings- of beoordelingscriteria.
Profiteren
Voor onbedekte teelten (zoals asperge, spinazie, narcis en conifeer) verschuift de grens van een klein gewas van 1.000 naar 5.000 hectaren. Hierdoor zullen telers van meer groepen gewassen profiteren van de mogelijkheden om middelen, die al in grote teelten als aardappelen of mais worden gebruikt en veilig zijn bevonden voor mens, dier en milieu, sneller en eenvoudiger toe te laten. Langeslag: ‘Veel teelten zijn hiermee gebaat, denk bijvoorbeeld aan zomerbloemen en bepaalde teelten in de boomkwekerij, maar ook diverse bolgewassen en tal van glas- en vollegrondsgroenteteelten, omdat ze voortaan onder de categorie ‘kleine gewassen’ vallen.’
Slagvaardiger
Toelatingen uit grotere gewassen stromen dus voortaan sneller door naar kleine teelten. Dat betekent minder onderzoek, minder administratieve lasten en procedures. Bovendien komen innovatieve middelen in meer kleine teelten beschikbaar. ‘Het wordt telers daarmee in de toekomst mogelijk gemaakt om slagvaardiger te werk te gaan en ziektes en plagen gerichter aan te pakken’, stelt Langeslag.
Wederzijdse erkenning
De aanpassing van de areaalgrenzen voor de kleine teelten brengt het Nederlandse beleid tevens meer in lijn met dat van omringende landen. Dat brengt mogelijkheden dichterbij voor zonale aanvragen en wederzijdse erkenning van toelatingen.
Tekst: LTO