Project voor vrijheid stikstofgebruik

Mineralenmanagement
De belasting van grond- en oppervlaktewater valt dan binnen de gestelde normen, terwijl het gewas optimaal wordt bemest. In het vijfde Actieprogramma in het kader van de Nitraatrichtlijn (start in 2014) wordt mogelijk een proefproject op praktijkschaal in de akkerbouw gehouden. Daarbij wordt het gebruik van onbewerkte dierlijke mest verregaand beperkt en krijgen akkerbouwers tegelijk meer vrijheid in hun mineralenmanagement.
Waterkwaliteit
Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) heeft aan NMI de opdracht gegeven voor de voorbereiding van de pilot. De aanleiding voor zo’n pilot is het gegeven dat de landbouwgerelateerde waterkwaliteit de laatste jaren slechts beperkt verbetert en verdere aanscherping van gebruiksnormen gevoelig ligt bij de sector. Daarnaast lijkt een simpeler systeem dat toegespitst wordt op minder gebruik van onbewerkte dierlijke mest (waarvan het risico van uitspoeling het grootst is), met minder regeldruk een beter milieuresultaat te kunnen boeken.
Na overleg tussen de overheid en LTO is afgesproken om na te gaan of in de plantaardige sectoren een pilot kan worden uitgevoerd waarin boeren meer vrijheid krijgen in hun mineralenmanagement.
Gebruik van meststoffen
Centraal staat het verantwoord gebruik van meststoffen. Het gebruik van hoogwaardige stikstofhoudende meststoffen (geen onbewerkte dierlijke mest) wordt overgelaten aan de verantwoordelijkheid van de ondernemer. Het Ministerie van I&M wil graag weten of het risico daarvan aanvaardbaar is.
Veel akkerbouwgewassen ondervinden namelijk nadeel van een te hoge stikstofgift. Door de keuze van de grondsoort kan het risico verder worden beperkt. Op kleigrond is de uitspoeling van nitraat naar het grondwater veel lager dan op zand. Echter, de kwaliteit van het oppervlaktewater laat vaak nog te wensen over. Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater is daarom ook onderdeel van het project.
Partners
Het project “Tussenfase Pilot Akkerbouw AP5” wordt uitgevoerd onder leiding van NMI. Partners in het project zijn: DLV Plant, ZLTO Projecten en Projecten LTO Noord, Flynth en Deltares. Het project vindt plaats in de periode november 2012 tot en met juni 2013 en moet antwoord geven op de vraag of een pilot zoals beschreven succesvol kan zijn en hoe de pilot precies zou moeten worden vormgegeven en gemonitord.
Begonnen wordt met een workshop waarin succescriteria worden geïdentificeerd voor een pilot in de akkerbouw zonder stikstofgebruiksnormen en met beperkt gebruik van onverwerkte dierlijke mest. Omdat de praktijk zo’n pilot moet uitvoeren worden daarvoor partijen uitgenodigd die dicht bij de praktijk staan: akkerbouwers, bedrijfsadviseurs, meststoffenleveranciers, een accountant. Daarnaast worden enkele beleidsambtenaren uitgenodigd.
Tekst: NMI