LTO ziet positieve kentering ketenpartijen

Het opvolgingspercentage in de agrarische sector is toegenomen van 29 procent in 2008 naar 35 procent in 2012. Dat de bedrijfsomvang vooral bepalend is voor de interesse bij jongeren om het agrarisch bedrijf over te nemen, verbaast de LTO-voorzitter niet. ‘De inkomensperspectieven zijn beter en de bedrijfsresultaten in de meeste sectoren laten in 2012 een wat gunstiger beeld zien. Ook kleinere bedrijven kunnen wel degelijk perspectief hebben, al hebben zij soms een neventak.’

Uitdaging

De vermindering van de milieudruk van de land- en tuinbouw op de langere termijn is volgens LTO Nederland op zich positief, al lijkt die de laatste jaren wat te stagneren. Vooral voor mest en mineralen ligt er een geweldige uitdaging, benadrukt Maat. ‘Met het mest- en mineralenbeleid moet er een schep bovenop, denk vooral aan mestverwerking en ook het gebruik van aangepast voer’, aldus de voorzitter.

Zorgpunt

Een zorgpunt is volgens Maat de ontwikkeling van producentenprijzen (behalve melk), die op lange termijn een trendmatige daling laten zien. Daartegenover staat dat de consumentenprijs voor voedingsmiddelen in ons land een trendmatige stijging laat zien. Een van de speerpunten van LTO is een meer gelijkmatige verdeling van de marges in de keten, zodat bij alle ketenpartijen een redelijk aandeel van de uiteindelijke opbrengstprijs terechtkomt.

Verdere verduurzaming

Maat is optimistisch over de kansen voor verdere verduurzaming in vrijwel alle sectoren. Nog niet zo lang geleden werden allerlei problemen op het gebied van bijvoorbeeld milieu, dierenwelzijn en energie op het bordje van de boeren en tuinders geschoven.

Keten

‘Er dient zich nu een kentering aan waarbij de hele keten inclusief supermarkten hun verantwoordelijkheid beginnen te nemen’, zegt hij. ‘Ze willen ook hun aandeel leveren in ‘beter produceren met minder energie en grondstoffen’. De mogelijkheden voor verdere verduurzaming van de agrarische sector worden hierdoor beter. Dit vergroot ons toekomstperspectief op de langere termijn.’