Uien

De verkiezing van de mooiste bewaarui staat ook dit seizoen weer op het programma. Met het oog op de slechte oogst wilde Delphy de wedstrijd aanvankelijk niet uitschrijven, maar uiteindelijk is besloten dit wel te doen.

De hoeveelheid uien in de bewaring bij akkerbouwers is kleiner dan in andere jaren. De voorraad vrije uien is extreem klein. Dat concludeert de Verenigde Telers Akkerbouw (VTA) op basis van een nieuwe voorraadinventarisatie onder zijn leden.

De uiennoteringen die deze week in Goes, Middenmeer, Emmeloord en Leeuwarden op het bord kwamen, waren een kopie van een week eerder. Alles bleef onveranderd met een prijshoudende en vaste stemming.

Met een kiemproef kan een uienteler heel snel en eenvoudig bepalen hoe het staat met de kiemrust van een partij uien in de bewaring. Zeker na een extreem groeiseizoen als dit jaar bewijst de proef zijn waarde.

De oogstraming voor uien dient te worden gebaseerd op de december-inventarisatie. Dit zorgt voor een aanzienlijk betere oogstraming en beïnvloedt bovendien minder de marktprijzen. LTO eist daarom uitvoering van de motie die dit regelt.

Nu iedereen verwacht dat de uien dit bewaarseizoen snel op zullen zijn, kiezen uientelers voor oogst 2019 vooral vroege rassen, in de hoop dat de prijzen zullen oplopen als die vroege uien op de markt komen.

Een groot deel van de uientelers verwacht dat de uienprijzen de komende weken nog verder zal stijgen en houdt daarom zijn product nog vast. Dat blijkt uit de wekelijkse poll op Akkerwijzer.nl.

Met een zelden eerder vertoonde plus van 10,50 euro voor 100 kilo gele uien 30-60% grof, kwam de grootste prijsstijging van deze week op naam van beurs Goes. Daar heeft de notering nu een prijsniveau van 35 tot 45 euro.

Oogsten van zaaiuien bij groen loof geeft een betere hardheid en huidvastheid en nauwelijks een lagere netto-opbrengst. De lichte daling in netto-opbrengst staat niet in verhouding tot het oogstrisico later in het najaar.

De publicatie van de oogstraming voor zaaiuien blijft in oktober. Dat stelt minister Eric Wiebes van Economische Zaken en Klimaat in een brief aan de Kamer.