Bouwplanverruiming: wie gaat het betalen?

Bedrijfsadviseur Ruthger Steenbeek vergeleek een bouwplan dat in Flevoland al decennia gebruikelijk is bestaand uit 25 procent granen, 25 procent consumptieaardappelen, 25 procent suikerbieten, 12,5 procent gele zaaiuien en 12,5 procent peen met een extensief bouwplan. In dit rekenvoorbeeld bestaat het extensieve bouwplan voor de helft uit granen, 16,6 procent uit consumptieaardappelen, 16,7 procent zaaiuien, 8,4 procent suikerbieten en 8,4 procent peen. Bij een oppervlakte van 100 hectare is een bedrijfssaldo daling van 60.000 Euro op jaarbasis heel aannemelijk, alleen door de overgang van het traditionele naar het extensieve bouwplan met 50 procent granen in plaats van 25 procent. Omgerekend is dat een saldodaling van 600 euro per hectare.
Inkomensdaling landelijk minder extreem
Landelijk gezien zijn de effecten minder groot, omdat de opbrengsten in Flevoland over het algemeen ver bovengemiddeld zijn. Wageningen Universiteit schatte de inkomensteruggang door bouwplanverruiming in op gemiddeld 264 Euro per hectare voor akkerbouwbedrijven op klei met consumptieaardappelteelt en voor akkerbouwbedrijven met zetmeelaardappelteelt op 64 euro per hectare. Deze inschatting is gebaseerd op de periode 2013-2018. Het gemiddelde hectare inkomen (inclusief niet toegerekende kosten) bedroeg in die periode 800 euro.
Wie gaat de extensiveringskosten betalen? Het overheidsbeleid stuurt overduidelijk aan op extensivering en wil belonen via het nieuwe Europese GLB toeslagenbeleid. Steenbeek: „De kosten kunnen akkerbouwers niet alleen opbrengen. De hele keten moet een bijdrage leveren, evenals de overheid.”
Grondgezondheid
De grondgezondheid is in het geding voor de volgende generatie als er geen extensivering plaatsvindt, waarschuwt Steenbeek. In Nederland wordt 60 procent van het akkerbouw areaal gebruikt voor de teelt van intensieve akkerbouwgewassen, terwijl het gemiddelde in Europa niet meer dan 30 procent is. Dat is goed verklaarbaar, aangezien Nederland een gunstige ligging en klimaat heeft en er veel vruchtbare grond is. Maar de grenzen zijn bereikt. Om die reden wordt er de laatste jaren in toenemende mate grondhuur en grondruil toegepast, wat leidt tot extensivering van het bouwplan op de eigen bedrijfskavel.
Garantiefonds
Steenbeek bepleit een garantiefonds, waardoor de banken extensivering makkelijker kunnen financieren dan nu het geval is. Als in 2024 de Basel IV criteria in werking treden wordt er alleen nog maar op kasstroom gefinancierd, en telt de gunstige solvabiliteit die in de akkerbouw gemeengoed is helemaal niet meer mee.