Ketenorganisaties rekenen op actie in aanpak pootgoedfraude

Het overleg heeft plaatsgevonden naar aanleiding van een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) in april dit jaar, waarin de rechter oordeelde dat het buiten de bevoegdheid van de NAK lag een Brabantse pootgoedteler voor drie jaar te schorsen. De teler had ongekeurd pootgoed voorzien van valse certificaten in de handel gebracht.
Extra aandacht NVWA
Het huidige handhavingsinstrumentarium van de NAK en NVWA is naar de mening van de ketenorganisaties Plantum, de Nederlandse Aardappelorganisatie (NAO) en LTO Nederland ontoereikend. Ze gaan ervan uit dat het ministerie van LNV het voortouw neemt om het huidige systeem , gebaseerd op de Zaaizaad en plantgoedwet 2005 en de Landbouwkwaliteitswet, te evalueren. Volgend jaar worden resultaten van deze evaluatie verwacht.
In de tussentijd zullen LNV, NVWA en NAK zoeken naar oplossingen binnen de bestaande regelgeving om dergelijke fraude aan te pakken. De ketenorganisaties veronderstellen ook dat het ministerie de NVWA opdracht heeft gegeven om deugdelijke certificering van pootgoed in haar handhavingsbeleid extra aandacht te schenken.
Vertrouwen in het geding
De NAK certificaten moeten boven elke vorm van twijfel verheven zijn, benadrukken de ketenorganisaties. Vertrouwen in het systeem van keuring en certificering is de basis voor een bloeiende pootgoedsector. De pootaardappelsector is nationaal en internationaal van grote waarde voor een gezonde start van de aardappelteelt en levert daarmee een belangrijke bijdrage aan voldoende en gezond voedsel in de wereld.
Tegelijkertijd is en blijft goede naleving van de geldende regelgeving allereerst een verantwoordelijkheid van de sector zelf, verklaren de ketenorganisaties.