‘Meer dan gemiddeld wordt de aardappelopbrengst niet’

De voorzitter van de VTA handelscommissie aardappelen ziet geen grote verschillen met de proefrooiingen van Aviko Potato. „Als je hun cijfers neemt van medio augustus zie je geen grote afwijkingen met onze cijfers.”
Veel variatie
VTA noteerde half augustus een gemiddelde opbrengst van 40.053 kilo per hectare. Dat is 7,5 procent minder dan het vijfjarig gemiddelde en 14 procent lager dan vorig jaar half augustus. Het percentage 50 mm opwaarts bedroeg 57 procent, terwijl het vijfjarig gemiddelde op 60 procent ligt. Vorig jaar was het percentage 50 mm opwaarts half augustus in de VTA cijfers 65 procent. Het gemiddeld knolaantal was 4,4 procent lager dan gemiddeld. Tussen de percelen werden grote verschillen waargenomen.
Inhaalslag knolgrootte
Half augustus noteerde Aviko Potato in haar proefrooiingen een hectare opbrengst van bijna 45 ton per hectare, met een percentage 50 mm opwaarts van ruim 70 procent. Vorig week was de opbrengst in de Aviko proefrooiingen doorgestegen naar ongeveer 50 ton per hectare. Vergelijkbaar met het vijfjarig gemiddelde. Het percentage 50 mm opwaarts steeg zelfs door naar een ver bovengemiddelde 85 procent. Net zo hoog als in 2017, toen de hectare opbrengsten uiteindelijk op 70 ton per hectare uitkwamen. Maar of er ook dit jaar net als toen nog een lange eindsprint in zit, betwijfelt woordvoerder André Broeze van de Aviko Potato Aardappeltelers Commissie.
Aan de positieve kant
„Logisch dat de knollen flink doorgroeien, want het tal is en blijft laag. Dat verandert niet. Als de opbrengsten sinds het begin van de proefrooingen een inhaalslag hebben gemaakt, moet de winst in het percentage 50 mm opwaarts zitten.” Broeze schat de proefrooiingen van Aviko iets aan de positieve kant in. „De proefrooingen worden op een objectieve manier gedaan. De verschillen met de VTA cijfers hebben mogelijk met regionale spreiding in regio en grondsoort te maken.” Mogelijk spelen ook rasverschillen een rol.
VTA handelscommissie voorzitter Bert Timmermans gaat er vanuit dat een gemiddelde hectare opbrengst dit jaar het maximaal haalbare is. „Er gaat opbrengst verloren door de natte weersomstandigheden. Bij het rooien en door phytopthora.”